Een Koreaans begin

11 september 2016 - Busan, Zuid-Korea

Inmiddels ben ik alweer 3 weken in Zuid-Korea en tussen alle drukte door wordt het toch tijd voor een blog vanaf het vliegveld in Busan. Mijn trip begon met een dagje Seoul, waar ik met 36 graden het Deoksugung paleis heb bekeken en kennisgemaakt heb met Koreaanse BBQ en soju. De BBQ is een erg leuk en lekker concept, waarbij eigenlijk gourmetten naar een nieuw niveau getild is. Soju is goedkoop en heeft meer dan voldoende alcohol, degene met smaakjes erin zijn het beste.


Hierna ben ik vertrokken naar Ulsan, een miljoenenstad die vooral gebouwd is voor de industrie. Onze campus ligt helaas net buiten de stad, waardoor het aan de ene kant lekker rustig is, maar je ook minder snel even naar de stad gaat. De stad zelf is niet heel speciaal, op een prima uitgaansdistrict en wat nationale parken na is er niet heel veel te zien. Het lokale museum was een ervaring op zich, aangezien het gebouw veel te groot is voor de collectie en er voldoende personeel staat om iedereen een drietal gidsen te geven. Om mijn beeld van de stad compleet te maken, staat er een bedrijfsbezoek aan Hyundai op de planning. De stad is immers een industriestad en je wordt doodgegooid met Kia en Hyundai auto's op straat.


Het universiteitsprogramma begon hier met een introductieweek. Introductie hier betekent dat je een berg formulieren in het Koreaans invult (het blijft een verrassing waar ik toestemming voor gegeven heb), jezelf mag verkleden in een roze "traditionele" outfits, uitleg krijgt hoe je je moet weren tegen sexual herrassment en uitleg krijgt over de cultuur in Korea. Kort samengevat: een vrouw zoenen op straat mag niet, maar haar halverwege een avond stappen meenemen naar een motel (naast de club) waar je per uur aftikt is doodnormaal. Als vrienden mag je wel knuffelend over straat gaan, maar als ouders moet je niet elkaars hand vasthouden wanneer je kind erbij is. Verder zijn ze hier erg trots op hun alfabet, dat gelukkig maar uit 24 tekens bestaat en als laatste zouden de mensen hun hele hebben en houden verkopen voor de staat.


In de twee week begonnen de colleges echt en eigenlijk kregen we een week om uit te denken welke vakken we willen doen. Tijdens college heb je vervolgens trotse professoren die erg blij zijn wanneer jij zorgt dat hij nog iets van interactie heeft met de studenten. De Koreanen zelf zijn namelijk doodstil actief aan het luisteren en zullen ook nooit even op hun telefoon zitten. Na veel wikken en wegen en wat praten met de docenten ben ik gegaan voor het vak Investments en International Economics.

Verder hebben we een dagtripje naar Busan gemaakt, waar we Gamcheon Culture Village , de Busan tower, de Shinsegae Mall en de Jagalchi fish market hebben bezocht. De toren bezorgde ons een mooi uitzicht over deze drukke stad, waar bergen de verschillende wijken van elkaar scheiden. De Shimsegae department store is het grootste winkelcentrum ter wereld, waar je naast veel dure en goedkope kleren een minipretpark en bierbrouwerij vindt. Hoogtepunt is toch wel, en daar gaan we nog voor terug, de bioscoop met bedden in plaats van stoelen. We eindigden op de fish market, waar we een vis en een krab uitkozen op de beneden verdieping. Deze werden vervolgens voor onze neus geslacht en lag 10 minuten later op ons bord op de bovenste verdieping. Al met al een enorme ervaring.


Momenteel vlieg ik naar Jeju-do, volgens de Koreanen dé plek die je moet bezoeken naast Seoul. Ik ben benieuwd!
 

Foto’s