Ijen en Bali

Inmiddels zijn we alweer een ruime week verder in Indonesie en zijn we aanbeland in Canggu (Kangoe volgens Sanne, Sjangu volgens mij). 

Prachtig. Na de vorige blog zijn we aanbeland op de Ijen vlakte naast het bijbehorende meer. Dit hebben we geregeld via een louche bedrijf en als ik de verhalen van anderen hoor, zijn wij nog voor relatief weinig geld opgelicht, mede door het uitgebreide sceneschoppen zo af met de gezellige mensen uit onze bus. Ik vind het verder nog steeds apart dat praktisch het hele (toch vrij grote) hotel waar we verbleven van hetzelfde louche bedrijfje leek te zijn en ik heb nog niet zo primitief geslapen in Indonesië. De tocht naar de Ijen vlakte zelf en het bijbehorende meer was erg wel erg bijzonder en prachtig te noemen. Het vuur is vrij apart om te zien en helaas zijn we na licht vergast te worden door een zwavelwolk al redelijk snel weer naar boven geklommen. Het uitzicht daar vanaf het hoogste punt was adembenemend en ik had daar gerust nog uren kunnen kijken.

Toeristisch. Hierna zijn we richting de boot naar Bali gegaan en ik heb me verbaasd dat dit een van de enkele dingen is die goed geregeld is qua vervoer. Op Bali aangekomen zijn we in een opgepropt minibusje gereden naar Kuta, het meest toeristische stukje van het hele eiland. De omgeving valt het best te vergelijken met de kust op Mallorca, met veel westerse etenstentjes, Smalle straatjes, barretjes, souveniershopjes en Aussies. 2 dagen bijkomen van het vele gereis in een (nog altijd goedkoop) hotel met zwembad was lang genoeg. Eigenlijk het enige indrukwekkende hier vond ik de parkeerplaats met een leeg stukje land, in 2002 is hier een discotheek opgeblazen en zijn er meer dan 200 doden gevallen.

Gezellig. Vervolgens is Ubud het culturele hart van Bali en ook zeker een toeristisch dorpje. Toch was het er erg gezellig en waren er veel leuke dingen te zien en te doen. Zo zijn we aapjes gaan kijken in the Monkey Forest, hebben we een Kecak dansvoorstelling bijgewoond en zijn we tussen de rijstvelden gaan wandelen. Het dorpje zelf is maar erg klein en de 4 belangrijke straten staan constant vol met auto's en scooters. We wilden nog een dag naar een waterval en een hele mooie tempel in de bergen bij een meertje, maar Ubud staat ook bekend om zijn vele regen en ook dat hebben we geleerd.

Hipster. Nu zijn we aanbeland in Canggu, wat eigenlijk niet eens echt een dorpje genoemd mag worden, maar gewoon een gebied is. Hier kan je echt verrukkelijk eten, ik wil wel 5 keer op een dag dineren. Verder heb je nog een koeienwei tussen de restaurantjes en zijn er maar amper toeristenwinkeltjes en kan je hier geen souveniers kopen. Dat gecombineerd met een heerlijk relaxed strand met een hele gezellige beachclub maakt deze hipsterplek top om even te chillen.